De jaarlijkse Satricum-dag vindt plaats op zaterdag 25 januari 2025, in zaal D 0.08 van het universiteitsgebouw van de Universiteit van Amsterdam, Oudemanhuispoort, 4-6, Amsterdam.
U bent van harte uitgenodigd!
De Satricum-dag is voor iedereen toegankelijk, maar in verband met de steeds stijgende kosten vraagt de Vereniging van Satricum vriendelijk om een vrijwillige bijdrage aan niet-leden de Vereniging Vrienden van Satricum of het Allard Pierson voor het bijwonen van de Satricum-dag. U kunt dit bedrag bij de ingang van de zaal betalen. De bijdrage komt volledig ten gunste aan de opgraving.
Uiteraard kunt u ook lid worden van de Vereniging Vrienden van Satricum. Om lid te worden: klik hier.
Let op! In verband met de gangbare energiebesparingen is de temperatuur in de zaal 19 graden. Kleedt u zich daarom warm aan.
In de hal zijn tegen een kleine vergoeding koffie en thee verkrijgbaar.
PROGRAMMA
“Pioniers in de Mediterrane archeologie, hun projecten en de Nederlandse
voortzetting daarvan”
Archeologische veldprojecten hebben vaak zo’n lange doorlooptijd dat ze een
intergenerationeel karakter krijgen. En niet zelden wisselen ze, bij het doorgeven van het stokje
van de pionier aan de opvolger(s), ook nog van vlag – sommige met uiteindelijk Nederlandse
signatuur. Satricum is daar een goed voorbeeld van, en krijgt reliëf tegen andere fameuze
ondernemingen in de Mediterrane archeologie. Opvallend vaak met vrouwen in de hoofdrol.11.00 Opening door Marlies Kleiterp (vz)
11.10 -11.30 Platform Argos: Geschiedenis van de Mediterrane Archeologie — Laurien de Gelder
Platform Argos (2017) doet onderzoek naar de geschiedenis van de Mediterrane archeologie
door Nederlanders en Belgen. Als hors d’oeuvre van deze Satricum-dag vol
veldwerkgeschiedenissen geven we graag een overzicht van onze activiteiten. Ons huidig
project betreft een serie interviews met archeologen, geologen, conservatoren en technici die
in de tweede helft van de vorige eeuw in het veld actief waren.
Laurien de Gelder werkt als conservator Archeologische Collecties bij Allard Pierson.
11.30 – 12.10 Emilie Haspels, een Amsterdamse pionier in Anatolië — Filiz Songu
Emilie Haspels was in meerdere opzichten een pionier: zij was de eerste vrouwelijke hoogleraar
Klassieke Archeologie aan de UvA en de eerste wetenschapper die systematisch onderzoek
deed in de hooglanden van Anatolië. Tussen 1946 en 1958 trok zij er met paard en wagen rond,
vanaf 1953 bijgestaan door haar latere opvolger Jaap Hemelrijk. Haar boek The Highlands of
Phrygia uit 1971 geldt nog steeds als standaardwerk over dit gebied en is een van de vroegste
voorbeelden van survey-archeologie.
Filiz Songu is archeoloog en werkte als freelancer voor o.a. het Allard Pierson. Zij publiceerde in 2021
Emilie Haspels: archeoloog en avonturier. Leven en werk in Amsterdam en Anatolië, 1894-1980.
12.10 – 12.50 Theresa Goell, “koningin van de bergen” — Eric Moormann
In de decennia na de Tweede Wereldoorlog waren verschillende vrouwen actief in de
archeologie van Klein-Azië en het Nabije Oosten. Zo nam de Amerikaanse Theresa Goell deel
aan expedities van Hetty Goldman in Tarsus, om later per ezel verder naar het oosten te
trekken. Daar werd het hellenistische heiligdom van Nemrud Dağ haar arbeidsterrein tot in de
jaren zestig. Vanaf 2000 heeft hier een equipe van de UvA gewerkt. Deze voordracht schetst
een portret van Goell en legt verbanden met latere onderzoeken in Nemrud.
Eric Moormann is emeritus hoogleraar Klassieke Archeologie in Nijmegen. Tussen 2001 en 2003 was hij
nauw betrokken bij het onderzoek van het heiligdom van Nemrud Dağ.
12.50 – 14.00 Lunch: in de hal van het Universiteitsgebouw zijn soep en diverse heerlijke broodjes verkrijgbaar tegen studententarief.
14.10 – 14.50 Dr. Maria W. Stoop en de archeologie van de grecità in Zuid-Italië — Marianne Kleibrink
In Odysseus in Italië (1962) beschrijft Bertus Aafjes het opgravingswerk van de Italiaanse Paola
Zancani Montuoro en de Nederlandse Maria W. Stoop. In de jaren vijftig deden zij onderzoek in
het Hera-heiligdom aan de monding van de rivier de Sele, vlakbij Paestum. Als een reality show
schetst Aafjes hoe de twee vrouwen onder zware omstandigheden antieke sculpturen
blootleggen. Zancani is dan al een beroemde archeologe van middelbare leeftijd terwijl Stoop
nog jong en veelbelovend is. Ze vormden een hecht team, ook in hun volgende project, bij
Francavilla Marittima in Calabrië. De Italiaanse wil de grootsheid van Magna Graecia aantonen,
als tegenwicht tegen de fascistische verheerlijking van alles wat Romeins was. Zij was nogal
leidend in woord en daad, maar steunde flink op haar jonge Nederlandse collega, die evenwel
haar eigen motieven lijkt te hebben gehad om zich een leven lang in te zetten voor de Griekse
kunst en archeologie, die zij intens kon beleven.
Marianne Kleibrink is emerita hoogleraar Mediterrane archeologie in Groningen. Tussen 1965 -1970 nam
ze als student deel aan de opgravingen in Francavilla Marittima. Tussen 1991-2004 had ze daar de
leiding over.
14.50 – 15.30 Raniero Mengarelli en Satricum — Marijke Gnade
Van alle personen die in de tumultueuze beginjaren van de negentiende-eeuwse opgravingen in
Satricum de revue passeren, is Raniero Mengarelli (1863-1944) veruit de belangrijkste.
Ingenieur van origine, leerde hij het vak van archeoloog uit de praktijk en maakte hij door zijn
activiteiten in Satricum carrière. Het heiligdom van Mater Matuta met zijn rijke votiefdepots
waren het voornaamste doel, maar Mengarelli was vooral gefascineerd door de vroege hutten
en graven. In deze lezing volgen wij zijn ontdekkingstocht in Satricum, die uiteindelijk leidde tot
de Nederlandse opgravingen aldaar.
Marijke Gnade is emerita bijzonder hoogleraar Archeologie van pre-Romeinse culturen in centraal Italië
aan de Universiteit van Amsterdam en leidt voor deze universiteit sinds 1990 de opgravingen in Satricum.
Vanaf 16.00 Borrel in café Zeppos (op eigen gelegenheid)